Route 2 januari tot en met 14 januari 2020
Van Otavi tot Swakopmund
Cumulatief gereden kilometers in
Afrika: 13.702
Zuid-Amerika: 47.660
Totaal dagen van huis: 492
Over zand en grindwegen rijden we door het prachtige Damaraland. Af en toe staat er een ezel langs de kant en soms steekt een kudde geiten net voor A3 de weg over. Een tegemoetkomende vrachtwagenchauffeur gebaart ons langzamer te gaan rijden. Zo hard gaan we niet, zou er een gat in de weg zijn? Maar nee, er staat een olifant langs de weg. Gewoon buiten een nationaal park leven er nog olifanten. Dit is waarom we in Afrika toeren.
De groene boompjes die in het verder gortdroge heuvellandschap staan, herinneren ons eraan dat het nog steeds regenseizoen is.
Je zou het niet zeggen. De zon schijnt en de hemel is strakblauw. Dat was een aantal kilometer terug wel anders. Op de dagen die we in Etosha NP, hét wildpark van Namibië, hebben rondgetoerd, zijn we iedere dag wel getrakteerd op een stevige regen- en/of onweersbui.
Kuddes gemsbokken bewonderden we in Etosha en met behulp van de verrekijker, zagen we dat door de regen er zelfs enkele flamingo’s waren neergestreken.
Voor de wilde katten in het park was er echter geen enkele reden om in de buurt van een waterhole te komen, waar wij met camera in ons hand klaarzaten. Of het daaraan lag of dat er sprake is van een gevalletje safarimoeheid, maar voor ons viel Etosha een beetje tegen. Wel kunnen we nog steeds urenlang genieten van de mannetjes weavers die zo kunstig hun nestjes bouwen. We hebben het al tientallen keren in Afrika gezien, maar het blijft een mooi schouwspel.
Ondanks de safarimoeheid besluiten we op zoek te gaan naar de zwarte neushoorn. Tot nu toe is het ons niet gelukt om dit bedreigde dier te spotten. We beproeven ons geluk in Palmwag Concession, waar deze grote dieren beschermd worden. Het is een prachtig gebied en we genieten met volle teugen van het uitzicht en de uitdagende wegen. Maar nee, het enige wat deze route ons oplevert is onze tweede lekke band.
Daar komen we pas op de camping achter. Als de zon onder gaat, verwisselen we de band. Een medewerker van de camping ziet ons bezig en helpt de band te vervangen. Hij wordt helemaal blij als hij ziet dat we goede repareerspullen bij ons hebben, dus de band wordt direct gerepareerd.
Onze reis bracht ons net na oud & nieuw langs de Hoba meteoriet. Dit megablok metaal is tachtigduizend jaar geleden uit de hemel gevallen. Tachtigduizend oud & nieuwfeestjes zijn er gepasseerd, nadat het brok in de aarde verdween. Wat voor voorstelling moet je daar bij maken? Hoe zag de aarde er toen uit? Sprongen de dino’s weg toe ze het blok zagen komen?
Tijdens deze reis door Afrika hebben we vaker het gevoel dat we terug in de tijd reizen. Ook nu we in Damaraland rijden. Langs de weg zien we in het verder onbewoonde landschap af en toe een traditioneel dorpje van lemen huisjes met rieten daken. Ook stuiten we op rotsen met afbeeldingen die daar duizenden jaren geleden in getekend zijn. De giraffen zijn nog steeds duidelijk herkenbaar. Zo ook de pinguïn, waardoor we even twijfelen of de tekeningen echt zo oud zijn. Pinguïns hebben hier nooit gewoond volgend de overlevering.
We zijn op weg naar een traditioneel Himba-dorp dat je kan bezoeken. Dit soort bezoeken mijden we meestal, maar de recensies zijn goed en het lijkt ons weer eens een andere manier om iets over de mensen in Namibië te weten te komen. Maar eerst proviand inslaan, in de enige ‘stad’ die we tegenkomen, Opuwo. Hé, kijk daar! De Duitse overlanders die we in Etosha geholpen hebben toen ze autopech hadden. Het kadootje van Bene, WD-40 kwam weer goed van pas. Gelukkig staan ze nu niet met pech aan de kant, maar voor een verjaardagstelefoontje. Zij hebben net boodschappen gedaan en OK is dé supermarkt die we moeten hebben. De vrouwen van Opuwo geven de stad een multiculturele aanblik. In de supermarkt treffen we dames met grote kleurrijke jurken en bijpassende vierkante petten, we zien moderne dames met strakke minirokken en daarnaast Himba dames met alleen een geitenvelletje en sieraden. Het is een prachtige mix. Daarnaast heeft de supermarkt ook nog eens alles wat we nodig hebben. De ‘bedelkids’ pakken het hier anders aan. Ze vertrouwen het blijkbaar niet dat wij, blanke toeristen, iets meenemen waar ze daadwerkelijk iets aan hebben, dus lopen ze mee de OK in en pakken wat ze nodig hebben. We moeten ze stoppen, voordat ons hele karretje vol met boodschappen voor hen ligt. Bij de tribe aangekomen vertelt de oprichter van de community camping en de toeristische rondleidingen dat hij zijn dorp gevraagd heeft om zich traditioneel te blijven kleden en gedragen, zodat ze aan de toeristen geld kunnen verdienen in plaats van in de supermarkt te bedelen. Onafhankelijk zijn, is zijn kernboodschap. Met het geld kunnen de kinderen naar school en later zelf geld verdienen, waardoor ze op de moderne manier kunnen leven. Want één ding wordt ons snel duidelijk. Het is niet vrijwillig dat deze familie op de traditionele wijze leeft. Het is bittere noodzaak. We blijven 1,5 uur in het kleine dorpje en kijken naar de schouwspelen die ons worden voorgeschoteld. Een pijl wordt gemaakt, een pot gekleid, er wordt op een toeter geblazen om met de koeien te communiceren en er wordt traditioneel gedanst.
Wij voelen ons er ongemakkelijk bij en hopen maar dat er echt iets goeds met het geld gedaan wordt. Het dorp heeft het ontzettend zwaar. Een paar dagen geleden is de eerste goede regen in 11 jaar gevallen. Na deze droge jaren is van de veestapel weinig over. In plaats van de ruim duizend koeien lopen er nu nog geen 100 rond. De mannen moeten de koeien weer op hun poten zetten als ze van uitdroging door hun hoeven zakken. Wij verlaten de plek met gemengde gevoelens en vervolgen onze reis. Op naar de Skeletoncoast.
Hier woont nagenoeg geen mens, maar het is wel het thuis van een kolonie van werkelijk duizenden zeeleeuwen. Er is geprobeerd om een toeristische attractie van deze plek te maken, maar het houten wandelpad en de picknickplek zijn door de zeeleeuwen geconfisqueerd.
Het is fantastisch om over de C34 langs de Skeletoncoast te rijden. We rollen over zandpaden en komen in drie uur geen enkele andere auto tegen. Soms kleurt het landschap oranje door de Lichen en wat later zien we de bladen van de Welwithia lamlendig over de grond hangen.
De enige levende wezens die we zien zijn twee sprintende struisvogels en een verbaasde jakhals. Na ruim 1,5 uur het juiste spoor over het zand zoekend, kunnen we genieten van het adembenemende uitzicht bij de Messum Krater.
We genieten sowieso van de steeds verschillende landschappen van Namibië en de steeds luxere campings.
Op een lekker lui zonnig dagje aan het strand maken we plannen voor de komende 1,5 maand. Wat klinkt dat opeens kort! Nog even intens genieten voordat we het Afrikaanse werkleven gaan meemaken.
Langs de ‘hoofdweg’ vinden we een prachtig lunchplekje waar we uitkijken over de Atlantische Oceaan en restanten van een boot, vandaar de naam Skeletoncoast.
Het valt ons op dat de enkele auto die we zien, onder de modder zit. Wat staat ons te wachten? Gister hebben we A3 nog laten wassen….
Onze angst wordt waarheid. Een droge rivier is in een heus modderbad veranderd, daar gaat de net gepoetste lak. Op naar de volgende autowasserij!!!
Prachtig!
LikeGeliked door 1 persoon
Tjee wat een heerlijk verhaal. En die Safarimoeheid hadden wij ook! Wat jullie vertellen over de dorpjes is ook herkenbaar. Het is zo dubbel. Toch genieten we ontzettend van jullie verhaal en jullie prachtige foto’s. We kunnen bijna niet wachten om er zelf op uit te trekken, al zal zo een reis voor ons nog even op zich laten wachten. Maar we gaan voorloog in Europa mooie plekken ontdekken.
Veel plezier nog jullie “laatste” 6 weken. Liefs Angelique en Ed.
LikeGeliked door 1 persoon
Zeer mooi land, geniet ervan
Groetjes Seelene
LikeGeliked door 1 persoon